G = G = -3-5-5-4-3-3- F = F = -1-3-3-2-1-1- C = C = -X-3-5-5-5-3- A = A = -5-7-7-6-5-5- Maat: 4/4 Luie hond - Nummertje G F G F Zet me aan, ik laat me gaan. G F G Zet me aan, en laat me gaan. G F | G F | G F | G G Ik lust het in de morgen, F Ik lust het in de middag. G F G Maak je over ´s avonds maar geen zorgen. G F Het is een fijn gevoel, G F Op bed, op tafel of op stoel G F Je moet het een keer gedaan hebben G F om te begrijpen wat ik bedoel. G F G F Meisje wees toch niet zo bang. G F G F Hij is niet kort, hij is niet lang. G F G F Meisje wees toch niet zo bang . G F G Kruip maar onder de deken wacht ik buiten op de gang. G A Toe maar, kom maar bij me binnen. C Meisje je bent zo fijn, G ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen. G F | G F | G F | G Sommigen doen het met zwepen, Met klappen maak je mij niet geil Maar schat ik weet iets beters, luie hond stijl! Ik snuffel, ik lik, ik grom en bijt ik doe het goed ik neem de tijd. Maar ik kwam via de achterdeur en zo raak je mij ook weer kwijt. Meisje wees toch niet zo bang, Hij is niet kort hij is niet lang. Meisje wees toch niet zo bang , Kruip maar onder de deken wacht ik buiten op de gang. Jij zegt:Toe maar, kom maar bij me binnen. Meisje je bent zo fijn, ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen. Maar jij zegt: toe maar, kom maar bij me binnen. Meisje je bent zo fijn, ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen Outro: G F | G F | G F | G | 2x