Intro: G , Bm , Em , C , G , Am , D G Bm Em ( C ) Ik ben altijd de schouder, de troost in zekere zin C G Am D ze noemen mij wel meer dan eens, een hartsvriendin G Bm ik ben altijd maar het broertje, Em waarmee ze praten kan C G Am D een maatje, een klankbord, maar nooit de geile man G Bm Em ( Bm ) ik wou dat ik jou was, gewoon een keertje jou was C G dat ik ook eens met een vrouw was, Am D niet het kussen maar het matras was G maar ik wou juist dat ik jou was Bm Em gewoon een dag niet mezelf was Bm C dat ik alles was wat jij was Am C en jij was dan wie ik was D G en dat wij dan nog steeds wij was Bm Em en ik een dagje vrij was G C ik niet eenzaam maar een club was Am C ik niet de regen maar de drup was D G en wij dan nog steeds wij was. Etc.