(G) ‘k zou je (D) willen (G) vragen het 's (C) een keer met mij te (D) wagen maar 'k weet (G) niet hoe (D)(G)(D)(G) Ik (G) zou iets (D) willen (G) zeggen want er (C) is veel om uit te (D) leggen maar 'k weet (G) niet hoe (D)(G)(D)(G) Ik (G) zou je (D) willen (G) kennen, zodat ik je (C) nog meer kan ver- (D) wennen maar 'k weet (G) niet hoe (D)(G)(D)(G) Ik (G) zou je (D) willen (G) stelen, zodat ik (C) jou niet hoef te (D) delen maar 'k weet (G) niet hoe (D)(G)(D)(G) Ik zou je (C) liefde willen geven en met je (G) samen willen (D) leven (C) Winnen jou vertrouwen en dan waan- (G) zinnig van je (D) houden maar 'k weet niet (Em) hoe (C) Oohoho - (D) hoo 'k weet niet (Em) hoe (C) Oohoho - (D) hoo 'k weet niet (G) hoe Ik zou je overstelpen met mijn kado's als dat zou helpen Maar 'k weet niet hoe Ik zou je willen kopen m'n ziel en zaligheid verkopen Maar 'k weet niet hoe Ik zou je willen ringen en als een lijster laten zingen Maar 'k weet niet hoe Ik zou je willen kooien en dan geleidelijk ontdooien Maar 'k weet niet hoe Ik zou je koning willen kronen en in paleizen laten wonen Luchtkastelen bouwen en dan waanzinnig van je houden Maar 'k weet niet hoe Oohohoo 'k weet niet hoe Oohohoo 'k weet niet hoe Ik zou je willen winnen door de Sahara te ontginnen Maar 'k weet niet hoe Ik zou je willen smeken het van de kansel willen preken Maar 'k weet niet hoe Ik zou je lichaam willen strelen maar ach dat deden al zovelen Bij me willen houden en dan waanzinnig van je houden Maar 'k weet niet hoe Oohohoo 'k weet niet hoe Oohohoo 'k weet niet hoe Oooh ik zou je willen stelen zodat k jou niet hoef te delen Maar 'k weet niet hoe Ik zou je willen smeken het van de kansel willen preken Maar 'k weet niet hoe